

Gedragsanalyse tijdens ontwerpfase: voorkom verrassingen achteraf
“Er moeten drempels komen, waar je toch met 60 km/u overheen kunt rijden! Die nieuwe wijk die we gaan aanleggen, krijgt een parkeernorm van 0.2, duurzaamheid voorop! Als we nu overal borden met ‘30’ wegzetten, dan gaan mensen zich daar vanzelf wel aan houden!”
Werk je als verkeerskundige bij een gemeente of provincie? Dan heb je deze uitspraken vast weleens gehoord – of misschien zelf gedaan. Vaak bepaalt de beschikbare ruimte, het budget of een politiek wensbeeld het startpunt van een ontwerpfase. Met veel goede moed en deskundigheid werken we een situatie uit die perfect aansluit op de handboeken en richtlijnen. Mooi. Toch werkt het in de praktijk vaak niet.
Verkeerskundig ontwerp
Want voor wie maken we dat ontwerp eigenlijk? Niet alleen voor de uitvoerder, wethouder of het bewonerscomité. ‘De weggebruiker’ zeggen we dan vaak. Een verkeerskundig eufemisme voor ‘mensen’. Alleen is die vaak niet gebruikt als uitgangspunt van het (verkeerskundig) ontwerp. En dan is het niet vreemd als die mensen iets heel anders doen dan je vooraf had verwacht.
Voorkom dat je terug naar de tekentafel moet als je ontwerp al is gerealiseerd: begin elk ruimtelijk en verkeerskundig vraagstuk met een gedegen gedragsanalyse. Dat heeft drie voordelen:
- Je verhoogt de kans dat de nieuwe situatie functioneert zoals gewenst;
- Je bespaart kosten door wijzigingen achteraf te verminderen;
- Je vergroot breed welzijn door de openbare ruimte in te richten voor mensen in plaats van (verkeers-)systemen.
Oké, ik ben overtuigd! Maar hoe voer je zo’n gedragsanalyse uit? Afhankelijk van je vertrekpunt zijn er twee mogelijke routes: je wil een bestaande situatie verbeteren, of je wil een nieuwe omgeving ontwikkelen. Voor elke route is een andere vorm van gedragsanalyse geschikt.
SLIM-model
Wanneer je een bestaande situatie wil analyseren is het belangrijk om het gedragsprobleem zo concreet mogelijk te specificeren. Dit kun je doen door de eerste twee stappen van het ‘SLIM” model te volgen:
- Specificeer het probleem
- Link onderlinge (gedrags-)factoren aan het probleem
- Interventies uitwerken (en uitvoeren)
- Meten en adviseren
In de stap ‘Specificeer het probleem’ baken je de gedragsvraag zo scherp mogelijk af, door vragen te stellen zoals: waarom is het een probleem, voor wie, waar en wanneer? En vooral ‘wat zijn mogelijke oorzaken van het probleem?’ Daarna koppel je het probleem aan onderliggende gedragsfactoren. Je verzamelt bewijs om de antwoorden uit stap één te bevestigen of te ontkrachten. Dit doe je met observaties, enquêtes, diepte-interviews en wetenschappelijk gedragsonderzoek.
Zelf aan de slag
In onze cursus ‘Gedragsverandering en Mobiliteit’ nemen we je mee in hoe je dit doet en hoe je met alle stappen uit het ‘SLIM’ model praktisch aan de slag kunt. De reacties op de vorige editie waren enthousiast: “Een leerzame cursus die op een toegankelijke manier de basis van gedrag uitlegt” en “Een aanrader voor iedereen die met gedrag werkt.” Veel deelnemers gaven aan meer te hebben geleerd dan verwacht.
Wil jij in 2025 ook meer grip krijgen op gedragsverandering in mobiliteit? Schrijf je in en ontdek hoe je al met kleine maatregelen grote impact kunt maken!
In een volgend artikel ga ik in op een gedragsanalyse voor een nieuwe situatie, die nog in de ontwerpfase zit.

Heb je hulp nodig bij het uitvoeren van een gedragsanalyse, of wil je meer weten over onze cursus? Ik help je graag verder!
Neem contact op met HarmenOok interessant









