Verkeersveiligheidsaudits van fietsinfrastructuur: ervaringen uit Noord-Brabant
De herziene Europese richtlijn verkeersveiligheidsmanagement (RISM2) verplicht lidstaten om bij verschillende verkeersveiligheidsprocedures rekening te houden met kwetsbare verkeersdeelnemers, zoals voetgangers en fietsers. Een van die procedures is verkeersveiligheidsaudit (VVA) – een systematische veiligheidscontrole van een ontwerp of een net geopende nieuwe weg door een onafhankelijk team. Het doel is om risico’s voor gebruikers te identificeren en corrigerende maatregelen voor te stellen, om hiermee ongevallen te voorkomen. Tegen 2024 moeten alle EU-landen hun opleidingsprogramma’s voor verkeersveiligheidsauditors actualiseren, zodat ze beter opgeleid zijn om gevaren voor voetgangers en fietsers te identificeren.
Bron: ECF.com – door Aleksander Buczynski
Audit fietssnelwegen Noord-Brabant
De provincie Noord-Brabant is één van de eerste provincies die ook haar fietsinfrastructuur onderwerpt aan een verkeersveiligheidsaudit. Sinds 2018 is verkeersveiligheidsaudit een voorwaarde voor de financiering van snelle fietsroutes: hoogwaardige routes die de belangrijkste steden met elkaar en de regio verbinden. “Het doel is om potentiële veiligheidsrisico’s zo vroeg mogelijk te identificeren en daarop te anticiperen, zodat ongevallen kunnen worden voorkomen”, zegt Marvin Brust, projectmanager bij de provincie.
Een Brabantse snelfietsroute wordt twee keer onderworpen aan een verkeersveiligheidsaudit; in de ontwerpfase en kort na de opening van het nieuwe of gereconstrueerde tracé. In de ontwerpfase kunnen de auditoren zich bijvoorbeeld afvragen of een fietsstraat een juiste oplossing is voor een deel van de fietssnelweg waarop doorgaand autoverkeer rijdt. Daarnaast kijken ze naar het aanwezige horizontale en verticale alignement en combinaties van deze twee omdat die gevaarlijke situaties kunnen opleveren (bijvoorbeeld een scherpe bocht onderaan een helling).
Wanneer de snelfietsroute overlap heeft met sluipverkeer is een fietsstraat waarschijnlijk niet de beste oplossing.
Nadat de infrastructuur is aangelegd, is het moeilijk en kostbaar om zaken als een te krappe boogstraal te verhelpen.
Ontwerpfase
“Als we een audit uitvoeren in de ontwerpfase, vermindert dat aanzienlijk het aantal geconstateerde verkeersveiligheidsrisico’s bij de audit na realisatie”, zegt Pleun Smits, adviseur Verkeersarchitectuur bij DTV Consultants en verkeersveiligheidsauditor. Desalniettemin kan men bij het beste ontwerp na opening toch nog verkeersveiligheidsrisico’s constateren zoals bijvoorbeeld onvoldoende afwatering, of te diep gelegen straatkolken, gebrekkige aansluiting tussen oude en nieuwe infrastructuur of gevaarlijk hekwerken of obstakels die te dicht bij de rand van de nieuwe fietsinfrastructuur zijn gelegen. Maar dit zijn in de meeste gevallen kleinschalige en eenvoudig op te lossen problemen.
Auditors moeten ook rekening houden met Human Factors. Smits geeft een voorbeeld van een geregelde fietsoversteek waar fietsers die uit een tunnel komen voorrang moeten verlenen aan het dwarsverkeer. Maar de focus ligt op het waarnemen en ‘willen halen’ van het groene licht, waardoor de voorrangssituatie van het kruisende fietspad over het hoofd kan worden gezien.
Links: voorbeeld van een probleem dat na opening is geconstateerd en eenvoudig is te verhelpen: hekwerk te dicht bij de rand van het fietspad geplaatst.
Rechts: fietsers die de tunnel verlaten, moeten voorrang verlenen aan het dwarsverkeer. Maar als ze bij de volgende kruising groen licht zien, ligt de focus op het groene licht en wordt het kruisende fietspad over het hoofd gezien.
Fietsen integreren in andere infrastructuur
Bij verkeersveiligheidsaudits van andere infrastructuur moet natuurlijk ook rekening worden gehouden met fietsers. ’Bij de meeste nieuw aan te leggen infrastructuur is de fietser één van de verkeersdeelnemers. De auditor moet nagaan of de noodzakelijke fietsinfrastructuur aanwezig, goed ontworpen en geïmplementeerd is om deze kwetsbare verkeersdeelnemer een veilige plek op de weg te bieden.
“Een paar jaar geleden hebben we een ontwerp van de weg N226 in Maarsbergen geaudit”, vertelt Smits. Het omvatte een nieuwe spoorwegonderdoorgang en een omleiding van een bestaande weg. Fietsinfrastructuur was in het ontwerp wat “opgepropt”, waarbij de auditoren wezen op onvoldoende ruimte en soms ook te krappe boogstralen van het fietspad.
Uittreksel uit een audit van de weg N226 in Maarsbergen in de ontwerpfase. Voor de duidelijkheid zijn alleen gevaren op fietsinfrastructuur aangegeven.
Een ander voorbeeld is de reconstructie van de weg N217 tussen ‘s-Gravendeel en Maasdam, met een extra ventweg voor landbouwverkeer. In het ontwerp zijn twee varianten overwogen: één met fietspaden op de ventweg en één met een vrij liggend fietspad. Beide varianten zijn doorgelicht, waarbij in elke variant verschillende knelpunten voor fietsers op oversteekplaatsen zijn geconstateerd.
Wil je meer weten over verkeersveiligheidsaudits? Neem contact op met Pleun Smits.