“Zet verkeerslichten in om meer mensen op de fiets te krijgen”
Automobilisten slechts zes seconden groen licht geven, om de drukte in de binnenstad te beperken. Of fietsers juist nooit langer dan een minuut laten wachten voor een rood verkeerslicht, zodat de doorstroming van fietsverkeer optimaal is. Valt dit onder ‘autootje pesten’? Of is het een slimme manier om mobiliteitstransitie te sturen? Marcel Willekens, adviseur Smart Mobility bij DTV Consultants, denkt het tweede. ‘We moeten af van het denken vanuit de auto.”
Bron: Verkeersnet.nl, een artikel van Marloes Kanselaar
Willekens pleit voor het slim inzetten van verkeerslichten, om een directe bijdrage te leveren aan het realiseren van de mobiliteitsambities van een stad of provincie. De verkeerskundige houdt zich al jaren bezig met het plaatsen, vervangen en optimaliseren van verkeerslichten. Hij is in meerdere steden betrokken geweest bij het opstellen van het beleid rondom verkeerslichten en grote en complexe verkeerskundige projecten.
Nota verkeerslichten
Volgens Willekens begint het slim inzetten van verkeersregelinstallaties met een Nota Verkeerslichten. “Hiermee zorg je ervoor dat de toepassing en werking van verkeerslichten in de dagelijkse praktijk volledig in lijn is met de mobiliteitsambities. Het is een stok achter de deur. Als je ervoor kiest om ergens een fietser te laten wachten, omdat je hebt vastgelegd dat het een autokruispunt is, dan heb je een verhaal richting de klagende burger of wethouder. Of andersom: Als je hebt besloten dat de fietser op één staat, dan zijn daar de verkeerslichten op afgesteld. Door je visie goed te onderbouwen, kun je dit soort maatregelen uitleggen aan weggebruikers.”
Het opstellen van zo’n nota is volgens de adviseur zeker geen vanzelfsprekendheid. “De meeste wegbeheerders hebben wel een mobiliteitsvisie, waarin ze hoofdlijnen uitwerken. Maar op het operationele gebied van verkeerslichten wordt er eigenlijk nog te weinig een structurele visie geformuleerd. Terwijl het juist belangrijk is om strategieën en beleidsmatige keuzes vast te leggen.”
Vier strategieën
Een Nota Verkeerslichten bestaat uit vier strategieën: de plaatsingsstrategie, de regelstrategie, de ontwerpstrategie en de beheerstrategie.
De plaatsingsstrategie gaat over de zorgvuldige afweging wat voor type kruispunten je in het netwerk wil hebben. “Dit kan in een nieuwbouwwijk zijn, of op plekken in de stad waar iets verandert waardoor extra verkeer gegenereerd wordt. Dan ga je kijken of een nieuw kruispunt ook daadwerkelijk met verkeerslichten of dat een rotonde een betere oplossing is”, legt Willekens uit.
Maar ook kijken naar bestaande verkeerslichten in je netwerk, is onderdeel van de plaatsingsstrategie. “Verkeerslichten moeten daar staan waar we er iets mee willen. Staan ze op strategische punten waar je er ook mee kunt sturen, bijvoorbeeld aan de rand van de stad? Je brengt de auto tot aan de ring van de stad, zorgt dat de doorstroming voor autoverkeer daar optimaal is en accepteert dat de kruisende fietser daar even pech heeft. Maar als hij eenmaal over die ring is, dan fietst hij soepel verder.”
De auto zo goed mogelijk afwikkelen is in de huidige tijd een ouderwetse manier van denken.
Beschermd door beleid
Het vertalen van mobiliteitsbeleid naar de praktijk, valt onder de regelstrategie. Dit is de kern van de Nota Verkeerslichten. Hierin maakt de wegbeheerder keuzes gebaseerd op het mobiliteitsbeleid en worden meetbare criteria opgesteld voor verschillende modaliteiten. “Als je een verkeersregeltechnicus zijn gang laat gaan, dan maakt hij een kruispunt waar de auto goed kan worden afgewikkeld: zonder wachtrijen en met opstelstroken die lang genoeg zijn. In de huidige tijd een ouderwetse manier van denken. Op het moment dat je meer richting beleid gaat, dan kun je besluiten dat je op dat kruispunt oververzadiging accepteert en dus wachtrijen, om zo meer ruimte voor bijvoorbeeld de fiets of voetganger te creëren.”
Het lastige hieraan is dat die wachtrijen voor auto’s heel visueel zijn, voegt Willekens hieraan toe. “Iedere auto neemt ongeveer zes meter asfalt in beslag, dus met tien auto’s achter elkaar zie je al zestig meter wachtrij staan. Terwijl tien fietsers in de wachtrij een klein clubje bij elkaar is. Dat maakt het moeilijk, maar daarom heb je dus zo’n Nota nodig. Zodat je als verkeersregeltechnicus ‘beschermd’ of ‘gedekt’ bent, door het beleid van je stad of provincie.”